Voorrang voor het Nationaal Landschap

De kwaliteit van de Hoeksche Waard als open en groen landschap moet worden versterkt. Door de status Nationaal Landschap wordt nieuw beleid geïntroduceerd: een gebiedsgerichte integrale benadering van ontwikkelingsplannen. Het beleid voor wonen, werken, recreatie/toerisme en natuurontwikkeling moet regionaal worden ontwikkeld en uitgevoerd via de CHW. Lokale plannen dienen regionaal te worden afgestemd. Regionaal denken als het kan, lokaal denken als het moet.

1. Ontwikkelingsplan Nationaal Landschap

Prioriteit moet worden gegeven aan het opstellen van een ontwikkelingsplan Nationaal Landschap met aangeven van toetsbare waarden en kwaliteiten. Dit dient leidend te zijn ( zoals openheid, waterlopen, duurzaam agrarisch gebied, verkaveling, etc.). Intregeer de cultuurhistorie in de ruimtelijke inrichting. Ook dient rekening gehouden te worden met de sociale kwaliteit, mate van samenwerking, invloed op milieu en gezondheid.

2. Landgoederen

Waar landgoederen ontwikkeld worden, dienen deze aan bestaande criteria, o.a. publieke toegankelijkheid, door CHW en maatschappelijke organisaties vastgesteld, te voldoen. Bij alle plannen moeten van meet af aan de burgers en maatschappelijke organisaties betrokken worden.

3. Regionaal resp. bovenregionaal bedrijventerrein

De ontwikkeling van het regionale bedrijventerrein van 60 hectare netto in de noordrand dient een pilotproject te zijn voor goede natuurlijke en landschappelijke inpassing: een biodiversiteitsproject. Een bovenregionaal bedrijventerrein hoort naar ons idee niet in een Nationaal Landschap thuis. Er moet een Landschapsfonds ingesteld worden om de vele specifieke financieringsstromen te bundelen.

4. A4-zuid

De doortrekking van de A4-zuid over de Hoeksche Waard moet achterwege blijven. Dit ter bescherming van landschap en de gezondheid van de bevolking van de Hoeksche Waard in het algemeen en die van Oud-Beijerland in het bijzonder.

5. Milieuaspecten

GroenLinks is van mening dat het milieu te weinig aandacht krijgt. Op de volgende gebieden kan nog veel winst geboekt worden:

  • een betere scheiding van het afval door bijvoorbeeld het realiseren van een 'retourette';
  • in de komende 4 jaar moeten de gemeentelijke instellingen minimaal 10 % besparen op het energieverbruik;
  • via de provincie wordt contact gezocht met Connexxion om de bussen te laten rijden op bio-brandstof;
  • van de straten in Oud-Beijerland waar meer dan 5000 auto's per dag doorheen rijden, wordt de luchtvervuiling vastgesteld. Als deze luchtvervuiling onacceptabel is, dan moeten er maatregelen genomen worden om de luchtvervuiling tegen te gaan;
  • het stimuleren en verbeteren van het openbaar vervoer (ook vervoer lokaal, vervoer op maat) teneinde het autogebruik terug te dringen;
  • het milieubewustzijn zowel van het ambtenarenapparaat als van de burgers moet vergroot worden (in het gemeentehuis zullen voortaan alleen milieuvriendelijke producten gebruikt worden als bijvoorbeeld Max Havelaar-koffie en er zal een publiekscampagne gevoerd worden voor het gebruik van verantwoord hout).
  • verlichting: er moet gestreefd worden naar minder (nutteloze) verlichting. Dit om hinder voor mens en dier te verminderen.

6. Meer ruimte voor recreatie en toerisme

Het belangrijkste argument om de Hoeksche Waard de erkenning te geven als Nationaal Landschap is de grote mate van openheid, het polderpatroon en het reliëf in de vorm van dijken en kreekruggen. GroenLinks is van mening dat veel aandacht moet worden besteed om de recreatieve mogelijkheden van ons eiland uit te breiden. Het moet mogelijk zijn om veel meer mensen dan nu te laten genieten van de kwaliteiten van de Hoeksche Waard. GroenLinks doelt daarbij op die vormen van recreatie die de natuur en het milieu niet aantasten. Promotie van ons eiland in Dordrecht en Rotterdam is zeker gewenst.

7. Landbouw

De landbouw is cruciaal voor de instandhouding van het Nationaal Landschap de Hoeksche Waard. Voor zover in lijn met het belang van natuur, milieu en landschap verdienen initiatieven voor een vitale landbouw steun. Hierbij is de inzet van GroenLinks dat het om een duurzame en zoveel mogelijk biologische landbouw gaat. Via de CHW kan hieraan inhoud worden gegeven. Waar mogelijk kan een stimulerende rol worden opgepakt. Op dit moment gaat het concreet om de volgende aspecten.

Natuurlijke plaagregulatie

In de Hoeksche Waard worden hiermee op praktijkschaal proeven gedaan. Begeleidend wetenschappelijk onderzoek geeft aan dat dit een veelbelovende ontwikkeling is. Voor deze plaagregulatie is een fijnmazig groen/blauwe dooradering van de Hoeksche Waard van belang. Hierbij gaat het het erom dat akkerranden, wegbermen, taluds van binnendijken en slootkanten etc een op biodiversiteit gericht beheer krijgen. Organismen die plagen kunnen bestrijden, hebben dit nodig voor onder andere voortplanting en overwintering. Er is hiermee op verschillende fronten winst te boeken: minder kosten voor de boer, milieuwinst (minder bestrijdingsmiddelen, waterkwaliteit), grotere variatie aan natuur en een aantrekkelijker landschap voor de recreant.

Verbreding productie

Een grotere variatie aan teelten kan de vitaliteit van de landbouw ten goede komen. Het kan ook landschappelijk en recreatief een aanwinst zijn. De teelt van koolzaad voor de energievoorziening is hiervan een voorbeeld. Er kan echter ook gedacht worden aan een meer directe relatie met de consument en inspelen op de behoeften van de consument.

Verbreding van de landbouw

Naast de teelt van voedsel neemt de landbouw geleidelijk aan ook andere taken op zich. Kamperen bij de boer, huisverkoop, chipsfabricage, groentepakketten, natuurbeheer etc. Deze ontwikkeling verdient steun. Het zijn uiteraard de ondernemers die het zelf moeten doen, maar de overheid kan op het punt van randvoorwaarden, promotie, regelgeving e.d een rol spelen. Het onderhoud van het landschap is van oudsher een taak die de boer voor zijn rekening neemt en die altijd als vanzelfsprekend is beschouwd. Nu vanuit de samenleving steeds meer eisen gesteld worden op dit punt zou een vergoeding hiervoor een logisch gevolg zijn. Het landschap is immers een algemeen belang, waarvan een ieder kan genieten. Gekoppeld aan vergoeding voor het onderhoud zou de discussie van de toegankelijkheid gevoerd moeten worden. Uitgangspunt zou moeten dat wandelen langs akkerranden mogelijk wordt.

Agrarische structuur

Landbouw is meer dan een boer die producten teelt. Het is een ingewikkeld netwerk van relaties, een economische en sociale structuur, waarbij de omvang en de veelzijdigheid de kracht bepaald. De vitaliteit van de landbouw in de streek hangt hiermee samen. Als een boer voor de reparatie van een ploeg bijvoorbeeld naar Zeeuws Vlaanderen moet, is het lastiger om rendement te halen dan wanneer hij in Maasdam terecht kan. Naast ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische bedrijven is een goed vestigingsklimaat voor toeleveringsbedrijven, kennisinstituten en bedrijven die producten afnemen, van groot belang. De overheid kan op dit punt een stimulerende rol spelen. Energie opwekking uit biomassa, zoals afval uit de landbouw en het landschapsbeheer, is hierbij een goed voorbeeld.